Startpagina:
Digitale fotografie

De analoge of traditionele fotografie is meer dan honderd jaar oud, dus daarbij vergeleken is de digitale fotografie een nieuwkomer. Toch hebben de twee een heleboel met elkaar gemeen. Zowel in de traditionele als in de digitale fotografie worden lenzen en camera's gebruikt om beelden uit de werkelijkheid te registreren en te bewaren.

Wat de lenzen betreft is de techniek in de digitale fotografie identiek aan die van de traditionele, en het is zelfs zo dat fotografen hun lenzen die ze vroeger gebruikten om analoge foto's te maken kunnen blijven gebruiken op hedendaagse fototoestellen.

Begrippen zoals dieptescherpte, brandpuntafstand en ISO-waarde hebben in beide vormen van fotografie dezelfde betekenis, want eigenlijk werken de ook camera's volgens dezelfde principes. Alleen het uiteindelijke vastleggen en opslaan van de beelden gebeurt op een totaal andere manier.

In een analoog fototoestel wordt het opgevangen licht gedurende korte tijd geprojecteerd op een negatief. Dit negatief wordt nadien ontwikkeld in een fotolabo of donkere kamer, en door licht doorheen het negatief op fotopapier te laten schijnen ontstaan de uiteindelijke foto's. Deze manier van werken geldt zowel voor de kleurenfotografie als voor de witzwartfotografie.

Een digitaal fototoestel registreert de gecapteerde beelden niet door middel van een negatief, maar met uiterst gevoelige sensoren. Deze sensoren zijn bevestigd op een sensorchip, de CCD of CMOS. We zouden deze sensorchip een beetje kunnen vergelijken met een negatief, maar hij is wel aanzienlijk kleiner.

Bovendien wordt de informatie die nodig is om later de foto te kunnen reproduceren niet in de sensorchip zelf bewaard, zoals bij een negatief wel het geval is, maar zo snel mogelijk overgedragen aan een geheugenkaart. Daarna is de chip klaar om weer een volgende foto te nemen. Al naargelang de geheugencapaciteit kunnen op een geheugenkaart meer of minder foto's bewaard worden.

Als de geheugenkaart vol is kan de informatie worden overgedragen aan een computer of een zogenaamde intelligente printer, die er meteen foto's van maakt. Deze overdracht gebeurt meestal via een kabeltje, maar bepaalde digitale fototoestellen kunnen ook draadloos informatie naar andere apparaten versturen.

De resolutie van een digitaal fototoestel wordt uitgedrukt in een aantal pixels. Dit getal stemt overeen met het aantal sensoren op de sensorchip. Hoe hoger de resolutie, hoe beter de kwaliteit van de foto's. De resolutie is echter bij lange niet de enige factor die de waarde en de capaciteiten van een digitaal fototoestel bepaalt.

Interessante links: